Het verbouwen van biologisch katoen vereist extra maatregelen, controles en administratie in vergelijking met reguliere katoenteelt. Het proces verloopt volgens strikte ecologische en sociale richtlijnen, zodat gegarandeerd kan worden dat de teelt daadwerkelijk biologisch is.

Om een idee te geven van hoe het proces van biologische katoenteelt verloopt en waar een boer op moet letten, vind je hieronder de belangrijkste stappen:

1. Zaadselectie

• • Zonder genetische modificatie (GMO): Biologisch katoen wordt verbouwd met niet-genetisch gemodificeerde zaden.
  • Geen zaadcoating: Geen gebruik van synthetische pesticiden of fungiciden op het zaad.

2. Bodemvoorbereiding en zaaien

• • Vruchtwisseling: Om de bodemvruchtbaarheid te behouden, wordt vaak gewerkt met gewasrotatie (bijv. afwisselend katoen en peulvruchten).
  • Bodemverrijking: Boeren gebruiken compost, natuurlijke mest (bijv. koeienmest) en groenbemesters om de bodem gezond te houden.
  • Zaaien: Handmatig of met eenvoudige machines, afhankelijk van de regio en middelen van de boer.

3. Gewasverzorging

• • Geen synthetische pesticiden of kunstmest: In plaats daarvan gebruiken boeren natuurlijke bestrijdingsmiddelen zoals neemolie, knoflookspray en andere plantaardige extracten.
  • Ongediertebestrijding: Door het aantrekken van nuttige insecten (zoals lieveheersbeestjes) en het planten van afweergewassen.
  • Wieden: Vaak met de hand of met eenvoudige werktuigen — dit is arbeidsintensief.

4. Irrigatie

• • Biologisch katoen wordt meestal verbouwd met regenwater, hoewel sommige gebieden irrigatie gebruiken.
  • Er is aandacht voor waterbesparing: biologische methoden verbeteren vaak het vochtvasthoudend vermogen van de bodem.

5. Oogst en verwerking

• • Handmatige oogst: Biologisch katoen wordt meestal met de hand geplukt, wat zorgt voor een hogere vezelkwaliteit en minder vervuiling.
  • Scheiding van conventioneel katoen: Tijdens het transport en de verwerking moet biologisch katoen gescheiden blijven van niet-biologisch katoen.
  • Ginning: Dit is het proces waarbij de katoenvezel van de zaden wordt gescheiden — ook dit moet in gecertificeerde installaties gebeuren.

6. Certificering

• • Biologisch katoen moet worden gecertificeerd volgens standaarden zoals:
    • GOTS (Global Organic Textile Standard)
    • OCS (Organic Content Standard)
  • Certificerende instanties controleren of aan alle eisen is voldaan, inclusief milieuvriendelijke praktijken en goede arbeidsomstandigheden.

7. Sociale aspecten

• • Veel biologische katoenboeren in India werken in kleinschalige familiebedrijven.
  • Vaak krijgen ze ondersteuning van coöperaties of NGO’s, die helpen met training, toegang tot biologische zaden, en certificering.
  • Biologische teelt levert boeren vaak betere prijzen op, vooral als ze onder fairtrade voorwaarden werken.

Om al deze stappen goed te kunnen doorlopen, is kennis nodig die in veel gemeenschappen ontbreekt. Gelukkig zijn er coöperaties en NGO’s die boeren ondersteunen met trainingen en hen toegang bieden tot biologische zaden en certificeringen.